Een maand geleden werd Vlaanderen opgeschrikt door schokkende beelden van zware dierenmishandeling in het Exportslachthuis in Tielt. Daarop liet minister Weyts het slachthuis twee weken lang sluiten en legde hij een pakket strenge voorwaarden op voor de heropening. Hij ging bovendien op zoek naar hervormingen die de sector in zijn geheel kan doorvoeren. “Vlaanderen wil ook op dit punt een internationale voorbeeldrol opnemen”, aldus de minister.
Sterkere toezichthouder
De slachthuisfederatie FEBEV gaat haar leden aansturen om camera’s te plaatsen op strategische locaties voor het dierenwelzijn. De ‘animal welfare officer’ (AWO), die toezicht houdt op het dierenwelzijn binnen het bedrijf, krijgt niet alleen toegang tot alle beelden, maar geniet voortaan ook van een sterkere, meer onafhankelijke positie. Concreet krijgt hij of zij een staffunctie en wordt dus lid van het management van het slachthuis. “We bekijken nog of de toezichthouder een speciaal statuut kan krijgen, naar analogie met het klokkenluidersstatuut”, verklaart Weyts. “De werkgever kan dan geen disciplinaire maatregelen meer nemen, als de AWO een geval van dierenmishandeling aan het licht brengt.”
Grondige doorlichting
Er komen ook extra investeringen in de expertise van de personeelsleden die in aanraking komen met de levende dieren. Naast een hogere opleidingsfrequentie maken de slachthuizen werk van inhouse-opleidingen en periodieke opfristrainingen. Ten slotte komt er een audit die elke stap van het proces, van vrachtwagen tot slachtplaats, onder de loep zal nemen in functie van meer dierenwelzijn. Daarvoor gaan de diensten van minister Weyts samenwerken met een onafhankelijke externe partner: de Thomas More Hogeschool (Associatie KU Leuven). “Nog voor het einde van dit jaar moeten alle Vlaamse slachthuizen grondig doorgelicht zijn”, besluit de minister.