“We doen dat met de Taalscreening, het Leesoffensief, ondersteuning van leerkrachten via Leerpunt en in de toekomst ook met Vlaamse Toetsen, een versterkte lerarenopleiding en nieuwe minimumdoelen die sterk focussen op Nederlands. Maar we hebben ook de ouders nodig: ook zij moeten hun verantwoordelijkheid nemen om de leesvaardigheid van onze kinderen weer op te krikken. Scholen en de overheid kunnen het echt niet alleen. In Ierland heeft men op een termijn van 10 jaar het tij kunnen keren. De Ierse aanpak vormt dan ook de basis voor onze Vlaamse acties.”

Stijging leerlingen met andere thuistaal

Verschillende factoren hangen samen met de achteruitgang. De opgelegde schoolsluitingen tijdens de coronacrisis hebben alle leerlingen geraakt en de meest kwetsbare leerlingen nog het meest – al was corona natuurlijk ook een factor in de andere landen die op hetzelfde moment hebben deelgenomen aan PIRLS. Ten opzichte van 2006, maar ook ten opzichte van 2016 is er een sterke stijging van het aandeel leerlingen dat thuis nooit Nederlands spreekt. Wie thuis soms of nooit Nederlands spreekt, scoort slechter - al gaan ook de volledig Nederlandstaligen er sterk op achteruit. Wat opvalt is dat Vlaamse leerlingen bij hun start in het eerste leerjaar minder vaak basisgeletterd zijn dan in onze vergelijkingslanden.

Weinig taalstimulatie door ouders

Het leesklimaat thuis is in Vlaanderen minder gunstig dan in de vergelijkingslanden, en net dat blijkt in belangrijke mate samen te hangen met de leesprestaties. Uit PIRLS blijkt dat ouders in Vlaanderen relatief weinig vroege taalstimulerende activiteiten ondernemen met hun kinderen. Bovendien heeft Vlaanderen van alle vergelijkingslanden het grootste aandeel ouders die zelf niet graag lezen (27 %) en ook niet vaak lezen (17 % leest zelfs nooit). Relatief veel Vlaamse kinderen groeien op in een woning waarin amper boeken aanwezig zijn. Ook letterlijk worden kinderen thuis minder gevoed: maar liefst 43 procent van de kinderen geeft aan met honger naar school te komen.

Sleutelrol voor ouders

Het tijd moet worden gekeerd, en dat doet de Vlaamse Overheid op verschillende manieren. Zo is er taalscreening, het Leesoffensief en de introductie van nieuwe kenniscentrum Leerpunt, dat leerkrachten ondersteunt. Vanaf volgend schooljaar komen er ook Vlaamse Toetsen voor alle leerlingen, die naast wiskunde ook gericht zijn op Nederlands en cruciaal zijn om beter vinger aan de pols te houden. De lerarenopleidingen worden inhoudelijk versterkt en Ben Weyts wil ook nieuwe minimumdoelen voor het basisonderwijs, waarin de focus moet liggen op Nederlands.  De Vlaamse Overheid en de scholen kunnen evenwel niet alles doen. PIRLS bevestigt – net als veel ander Vlaams en internationaal onderzoek - dat ook de ouders een sleutelrol spelen. Kinderen moeten vroeg in aanraking komen met verhalen, boeken en de Nederlandse taal: niet alleen op school, maar ook thuis.

Breed appel

“Ik doe een breed appel aan iedereen: neem deze resultaten serieus en vraag uzelf af: wat kan ik zelf doen om onze kinderen én onze scholen te helpen”, zegt Weyts. “Ouders kunnen een enorm positief verschil maken, soms met kleine dingen. Breng je kinderen ook buiten de schooluren in contact met Nederlands. Lees veel verhaaltjes voor. Ga naar de bibliotheek. Lees zelf. Wie het goed voorheeft met de toekomst van zijn kinderen investeert in Nederlands.”

Dramatisch, maar weinig verrassend

De resultaten zijn volgens Vlaams Parlementslid Annabel Tavernier dramatisch, maar weinig verrassend. “Het onderzoek maakt ons wel duidelijk dat de weg die minister Weyts is ingeslagen, met een sterke klemtoon op het Nederlands, de enige juiste is. Zeker als je ziet dat wie thuis geen of amper Nederlands spreekt, slechter scoort. Die groep wordt alleen maar groter. We kunnen niet verwachten dat een negatieve trend die al 20 jaar aan de gang is, gekeerd kan worden op enkele jaren tijd. Het is een kwestie van doorzetten en volharden, zowel binnen als buiten de schoolmuren.”