Het Leersteundecreet vervangt het M-decreet dat in 2014 werd ingevoerd. Ondanks het nobele doel van dat decreet, bleek dat te botsen met de realiteit: te weinig ondersteuning, te veel procedures en administratieve lasten en te veel versnippering over honderden leersteuncentra.
Beste plaats voor elke leerling
Het nieuwe Leersteundecreet zoekt de beste plaats voor elke leerling, met welke beperking dan ook. In het gewoon onderwijs als het kan, in het buitengewoon onderwijs als dat nodig is. Leerlingen met speciale zorgnoden kunnen terecht in het gewone onderwijs, al beslist de klassenraad finaal wanneer het alsnog niet lukt om een bepaalde leerling de juiste zorg aan te bieden of wanneer de zorg voor die ene leerling ten koste gaat van de andere leerlingen.
Budget stijgt
“Voor sommige leerlingen zal het buitengewoon onderwijs altijd de beste plaats zijn. Er wordt daarom geïnvesteerd in zowel de scholen van het gewoon onderwijs die leerlingen met extra zorgnoden opnemen, als ook in extra mensen en extra middelen en plaatsen voor de scholen van het buitengewoon onderwijs”, aldus Vlaams onderwijsminister Ben Weyts. Het budget stijgt van 160 naar 195 miljoen euro. Ook het aantal leersteuncentra wordt fors ingeperkt, tot 44 regionale, laagdrempelige en net- en koepeloverschrijdende expertisecentra.
Ondersteuning leerkrachten
Ook de 3.666 ondersteuners worden inhoudelijk versterkt. Zij krijgen voor het eerst een vast ambt en een vast statuut. Er komt ook eindelijk ruimte om te professionaliseren. Beter omkaderde en opgeleide ondersteuners zullen de onderwijskwaliteit versterken. De leerkrachten zelf worden ook versterkt om basiszorg en verhoogde zorg op te nemen in de klas. Via het Leerpunt zullen de huidige leerkrachten versterkt worden rond dit thema. In de lerarenopleidingen waar de toekomstige leerkrachten opgeleid worden, komt er structureel meer aandacht voor speciale zorgnoden in de klas.
Ambitieuze hervorming
Het nieuwe Leersteundecreet kwam tot stand op basis van uitgebreid overleg met alle betrokken partijen die het in het veld waar moeten maken. Er werd vanuit de basis naar boven gewerkt. Het M-Decreet vertrok vooral vanuit de theorie en werd van bovenaf gedecreteerd aan het brede onderwijsveld. “We hebben goed geluisterd naar de mensen in het veld: zij weten het beste waar het huidige M-Decreet tekort schiet”, zegt Weyts. “We zijn niet over één nacht ijs gegaan, want dit is een ambitieuze hervorming voor de meest kwetsbare leerlingen.”