Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn
Kruimelpad
1 september met open scholen
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts heeft overeenstemming bereikt over een kader voor de start van het schooljaar op 1 september 2020. Het uitgangspunt is het garanderen het recht op leren voor alle leerlingen. 0p 1 september kan het volledige basisonderwijs open gaan: alle scholen en alle leerjaren, vijf dagen per week. Ook in het secundair onderwijs kunnen alle scholen en alle leerjaren open gaan, met in beginsel op woensdag afstandsonderwijs. Ook voor het niet-leerplichtonderwijs vertrekt het plan maximaal van het recht op leren. “Dit is het plan dat ik altijd heb gewild”, zegt Weyts. “Alle scholen open, voor alle kinderen, in alle leerjaren. We kiezen voor de kinderen, echter zonder daarbij de veiligheid van onze leerkrachten uit het oog te verliezen. Dit gaat altijd gepaard met een voorafgaande risicoanalyse in elke school.”
Bij het begin van de coronacrisis was er nog zeer weinig bekend over dit nieuwe virus. Belangrijke beslissingen – inclusief het opschorten van alle lessen op school – werden genomen onder druk van de omstandigheden en op basis van nog beperkte informatie. Plannen over de heropstart van de scholen moesten op korte termijn uitgewerkt en weer bijgestuurd worden – met heel wat verwarring tot gevolg. Het Vlaams Onderwijsveld wil beter voorbereid zijn op volgend schooljaar. “Corona zal ook volgend schooljaar nog een realiteit zijn”, zegt minister van Onderwijs Ben Weyts. “Scholen hebben duidelijke kaders nodig om zich voor te bereiden op verschillende scenario’s.”
Weyts heeft nu in overleg met de onderwijspartners (o.a. de vakbonden, onderwijsverstrekkers en CLB’s), de experts van de GEES en de andere Gemeenschappen verschillende scenario’s uitgewerkt. Het plan houdt rekening met verschillende ‘pandemieniveaus’, met meer of minder verspreiding van het virus. Aan elk niveau zijn concrete maatregelen gekoppeld over onder meer het aantal leerlingen dat tegelijk op school zit, het aantal dagen op school, afstandsonderwijs, groepsactiviteiten, speelplaatsregels, mondmaskers, social distancing, verluchting, extra beschermingsmateriaal, inschrijvingen, stages, examens ... In niveau Groen is het risico op besmetting zo goed als onbestaand, in niveau Geel is het risico laag, in niveau Oranje is het risico matig en in niveau Rood is het risico hoog. Zonder nieuwe escalatie van het virus zouden de scholen op 1 september 2020 starten in niveau Geel. Vanaf niveau Geel maakt elke school een lokale risicoanalyse, op grond waarvan wordt vastgelegd onder welke voorwaarden ze geheel of gedeeltelijk kan functioneren.
Het uitgangspunt van het plan is om in élk scenario het recht op leren maximaal te garanderen. In het basisonderwijs blijven de scholen in elk pandemieniveau 5 dagen per week open voor alle leerjaren. Dankzij voortschrijdend wetenschappelijk inzicht weten we immers dat het risico op verspreiding en kwetsbaarheid pas toeneemt vanaf 12 jaar. De kleuter- en de lagere scholen zullen volgend schooljaar dus niet meer collectief gesloten worden. Ook in het secundair onderwijs kunnen alle scholen open voor alle leerjaren en alle leerlingen. In niveau Geel worden alle leerjaren vier dagen per week verwacht op school. Een dag per week, in beginsel woensdag, wordt er dan afstandsonderwijs georganiseerd, waarbij de ene leerling bijgespijkerd kan worden en de andere leerlingen meer verdiepende leerstof krijgt.
Ook voor het niet-leerplichtonderwijs staat het recht op leren voorop. Voor cursisten van de centra voor basiseducatie (CBE) en de centra voor volwassenenonderwijs (CVO) is dit onderwijs vaak noodzakelijk in economisch of maatschappelijke zin. Het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) spiegelt zich afhankelijk van de leeftijd van de leerlingen aan de regels van het leerplichtonderwijs dan wel aan de regels van het volwassenenonderwijs.
De scholen zelf werden over dit plan geïnformeerd via een digitale nieuwsbrief naar alle directies, na het overleg met de onderwijspartners.
“Ik besef dat deze stap groot is en dat er nog heel wat praktische vragen beantwoord moeten worden in draaiboeken. Maar met dit plan kunnen scholen zich voorbereiden op veranderende omstandigheden”, zegt Weyts. “We moeten kunnen schakelen tussen verschillende fases zonder dat we telkens moeten improviseren over wat er nodig is. Directeurs, leerkrachten, leerlingen en ouders hebben recht op deze duidelijkheid en stabiliteit. En de kinderen hebben recht op onderwijs, maximaal in hun klas.”