Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn
Kruimelpad
1.000-tal leerlingen van buitengewone internaten krijgt betere omkadering
21 buitengewone internaten die nu nog beheerd worden als onderwijsinstellingen zullen een volwaardige plek krijgen binnen het beleidsdomein Welzijn. Een 1.000-tal leerlingen met bijzondere zorgnoden krijgt op die manier betere én meer aangepaste ondersteuning. Tot nu toe kregen deze internaten als onderwijsinstellingen immers minder middelen dan welzijnsinstellingen die soortgelijke zorg bieden. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke zetten nu na meer dan 30 jaar een historisch ontstane situatie recht. “We geven deze leerlingen eindelijk waar ze recht op hebben”, aldus Weyts en Beke.
Buitengewone internaten zijn er voor kinderen en jongeren die extra zorgen nodig hebben, waardoor ze thuis niet voltijds opgevangen kunnen worden. Ze bieden dus cruciale zorg aan een heel kwetsbare doelgroep, die nood heeft aan zorg op maat. 21 buitengewone internaten zijn echter nog altijd onderwijsinstellingen. Concreet gaat het om het Koninklijk Werk Ibis, het Tehuis voor Bijzondere Jeugdzorg De Rijzende Ster van het Gemeenschapsonderwijs (GO!) en de 19 medisch-pedagogisch instituten (MPIGO’s) van het GO!, waarvan er 8 ook een internaat met permanente openstelling (IPO) hebben, waar ook opvang voorzien wordt tijdens weekends en schoolvakanties. Als onderwijsinstellingen krijgen deze 21 internaten minder middelen dan welzijnsinstellingen die soortgelijke zorg moeten bieden. Deze situatie is 30 jaar geleden ontstaan toen sommige voorzieningen wel en andere voorzieningen niet overgingen naar het beleidsdomein Welzijn. Drie decennia later zijn zowel het onderwijs als het welzijnslandschap ingrijpend veranderd. Het wordt steeds moeilijker om als gewone onderwijsinstelling een antwoord te bieden op steeds complexer wordende zorgvragen.
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke zetten deze situatie nu na 30 jaar recht. Deze 21 buitengewone internaten worden van het beleidsdomein Onderwijs overgedragen aan het beleidsdomein Welzijn, zodat ze een volwaardige plek in het welzijnslandschap kunnen opnemen. De overdracht zal gefaseerd verlopen. In de loop van volgend schooljaar komt er een zorgzwaartemeting in alle betrokken internaten om na te gaan welke zorgnoden iedere leerling precies heeft. Op basis van de analyse van deze noden wordt dan bekeken welke kinderen aangepaste zorg nodig hebben, en welke hulpverleningsvormen nodig zijn zodat deze internaten volwaardige welzijnszorgen kunnen bieden. De internaten zullen worden ingebed in een regionaal afgestemd aanbod binnen de jeugdhulp, de toegang tot de internaten zal via de jeugdhulp worden geregeld en ze zullen ondersteuning krijgen vanuit het Vlaams Agentschap Personen met een Handicap en het Agentschap Opgroeien.
Het huidige budget voor deze 21 buitengewone internaten verhuist mee van Onderwijs naar Welzijn. Het gaat om ongeveer 25 miljoen euro per jaar. De bijkomende investering vanuit Welzijn zal tussen de 15 en de 30 miljoen euro bedragen, afhankelijk van de inschaling van de zorgnoden van de kinderen en de uiteindelijke plek van deze internaten in het welzijnslandschap.
De beide ministers willen deze transitie nog deze regeerperiode afronden. De overdracht zal wel behoedzaam, gefaseerd en met respect voor alle betrokkenen verlopen.
“Deze internaten en deze leerlingen krijgen nu eindelijk waar ze recht op hebben”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. “Deze 21 internaten hebben altijd gevochten voor hun leerlingen, maar als onderwijsinstellingen hadden ze niet de juiste wapens. Ze bieden geweldige zorg, maar ze doen dat al 30 jaar met beperkte middelen. Ik ben opgelucht dat we nu samen met Wouter Beke na 3 decennia een oplossing hebben gevonden voor deze soms vergeten groep”.
Vlaams minister van Welzijn Wouter Beke: “Het welzijnslandschap en het ondersteuningsmodel in de jeugdhulp zijn in volle evolutie. We zetten de cliënt aan het stuur, leggen de focus op individuele zorg op maat, evolueren naar meer kleinschaligheid in onze residenties en zetten in op een verschuiving naar meer en intensieve mobiele zorg in de thuissituatie. We ondersteunen niet enkel de kinderen en jongeren, maar ook de ouders. Gelet op waar deze internaten, ondanks hun inspanningen, vandaag staan en om niet opnieuw 30 jaar te verliezen, is het van groot belang dat we deze internaten nu meenemen in deze evolutie, en samen met hen een toekomstgerichte plaats uittekenen in dat sterk veranderende jeugdhulplandschap”.