Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn
Kruimelpad
Bijna € 100 miljoen voor het Vlaamse sociaal weefsel
De Vlaamse Regering trekt € 87 miljoen uit voor de lokale sport-, cultuur- en jeugdverenigingen, die door de coronacrisis inkomsten gemist hebben en doorlopende kosten hadden. Daarbovenop gaat nog eens € 10 miljoen naar onder meer de sportfederaties. De € 87 miljoen wordt verdeeld via de steden en gemeenten, die het dichtste bij de lokale verenigingen staan. Voor de verdeling tussen de gemeenten wordt een bestaande verdeelsleutel gebruikt, zodat de middelen sneller uitbetaald kunnen worden. De lokale besturen bepalen zelf hoe ze het geld precies inzetten, maar de prioriteit ligt bij het lokale sportweefsel - cruciaal om Vlaanderen in beweging te houden. “We gaan hier niet alle kosten mee dekken, maar dit is in de eerste plaats een blijk van appreciatie voor de belangeloze inzet van zovele Vlamingen”, zegt Vlaams minister van Sport Ben Weyts. “We willen vermijden dat sommige verenigingen zouden kapseizen door de combinatie van verlies aan inkomsten en doorlopende uitgaven”.
De coronacrisis heeft het Vlaamse verenigingsleven keihard geraakt. Lokale sport-, cultuur- en jeugdverenigingen hebben veel inkomsten gemist en hadden ondertussen doorlopende uitgaven. Het gaat in veel gevallen om verenigingen die steunen op vrijwilligers en weinig financiële marge hebben. Een grote troef van deze lokale verenigingen is dat ze zeer laagdrempelig zijn, maar dat laagdrempelige karakter komt in het gedrang als er straks hogere lidgelden of andere vergoedingen gevraagd moeten worden om de corona-verliezen te compenseren.
De Vlaamse Regering trekt nu € 87 miljoen uit voor de lokale sport-, cultuur- en jeugdverenigingen. Deze extra middelen worden verdeeld via de steden en gemeenten, die zeer dicht bij de lokale verenigingen staan. Voor de verdeling van de middelen tussen de steden en gemeenten hanteert de Vlaamse Regering de verdeelsleutel die tot 2017 gebruikt werd om sectorale subsidies voor sport, cultuur en jeugd toe te kennen. Op die manier wordt er geen tijd meer verloren aan lange discussies over het technisch opzetten van een nieuw systeem. De lokale besturen weten meteen wat ze kunnen verwachten en de middelen kunnen sneller verdeeld worden. De steden en gemeenten bepalen zelf hoe ze het geld precies verdelen tussen de lokale verenigingen, maar de eerste focus ligt bij de sportieve verenigingen.
“Alles begint in de lokale verenigingen”, zegt Vlaams minister van Sport Ben Weyts. “Zo zijn alle topatleten ooit begonnen in hun lokale sportclub. Ontelbare Vlamingen zijn in een lokale vereniging verliefd geworden op een sport. We gaan niet in elke vereniging elke verloren euro kunnen compenseren, maar we willen wel concrete steun bieden. En onze waardering laten zien: deze verenigingen zijn het sociale weefsel van onze Vlaamse gemeenschap”.
Daarbovenop voorziet de Vlaamse Regering nog eens € 10 miljoen voor sportstructuren die niet betoelaagd worden via het Gemeentefonds. Minister Weyts zal deze middelen gebruiken ter ondersteuning van bijvoorbeeld de sportfederaties en grote sportevenementen.