Veel sportclubs zijn hard geraakt door de coronacrisis. Er zijn jeugdsportclubs en andere sportclubs die hun competitie konden verderzetten. Dat betekent dat hun onkosten, zoals de huur van de sporthal of trainersvergoedingen, bleven doorlopen en dat ze zelfs extra coronagerelateerde uitgaven moesten doen, zoals de aankoop van handgel of het aanwerven van een coronamanager. Tegelijkertijd gingen de inkomsten van deze clubs fors naar beneden, bijvoorbeeld omdat ze geen publiek mochten ontvangen of geen kasversterkende activiteiten mochten organiseren. De coronacrisis heeft vaak ook een effect op de motivatie van de leden: zeker bij de tieners dreigt een verhoogde uitval.
10 miljoen steun om aanbod op peil te houden
Vlaams minister van Sport Ben Weyts voorziet nu 10 miljoen euro extra steun voor de sportclubs. Het leeuwendeel (7,4 miljoen) gaat naar de jeugdsportclubs, die het vaak van publieksinkomsten moeten hebben. Sportclubs die vorig jaar in het kader van de beleidsfocus jeugdsport een project indienden, ontvangen vanuit Vlaanderen nu een subsidiebedrag dat gelijk is aan driemaal de aan haar reeds toegekende maximale subsidie. Die steun wordt integraal en zo snel mogelijk toegekend aan de aangesloten en deelnemende sportclubs. Met deze extra middelen kan het aanbod voor de jeugd op peil gehouden worden en kan de drop-out bij de tienerjeugd aangepakt worden.
De overige 2,6 miljoen wordt toegekend aan sportclubs die effectief hun clubcompetitie hebben verdergezet, maar dit zonder publiek moesten doen. Ook voor deze sportclubs viel een belangrijke bron van inkomsten weg. De club moet een omzetdaling van 60 procent kunnen aantonen in het sportseizoen 2020-2021. De steun bedraagt dan 10 procent van de omzet, met een maximum van 150.000 euro per sportclub.
Corona tast sportweefsel aan
De Vlaamse Regering trok vorige zomer al 87 miljoen uit voor lokale verenigingen, waaronder ook sportverenigingen. Sportstructuren die niet betoelaagd werden via het Gemeentefonds kregen 10 miljoen (bijvoorbeeld sportfederaties of organisatoren van grote sportevenementen). Nu komt daar dus nog eens 10 miljoen bij. “Corona tast ons sportweefsel aan”, zegt minister Weyts. “Met vereende krachten kunnen we deze moeilijke periode overbruggen. Heel wat Vlamingen zijn tijdens deze crisis immers meer gaan bewegen: zij moeten straks allemaal terecht kunnen in bloeiende sportclubs.”