Het doel van het Leersteundecreet is om de beste plaats te zoeken voor elke leerling, met welke beperking dan ook: in het gewoon onderwijs als het kan, in het buitengewoon onderwijs als dat nodig is. Naast scholen van het buitengewoon onderwijs zullen ook de scholen van het gewoon onderwijs hierbij ondersteund worden. Zo wordt het ondersteuningsmodel grondig gereorganiseerd. In plaats van honderden verschillende instellingen onder het M-decreet, komen er nu maximaal 47 Leersteuncentra die als expertisecentra regionaal, laagdrempelig en net- en koepeloverschrijdend kunnen werken.
Meteen op gang trekken
De Vlaamse Regering beslist nu om de Leersteuncentra ook financieel te ondersteunen bij hun opstartfase. In totaal gaat het over 10 miljoen euro. Met de middelen wil de Vlaamse Regering de nieuwe Leersteuncentra goed op gang trekken en de onduidelijkheid en versnippering van bij het M-decreet definitief wegnemen. De Leersteuncentra kunnen de middelen gebruiken om bijvoorbeeld audiomateriaal, brailleleesregels of dyslexiesoftware aan te kopen. Ook kunnen ze tijdelijk iemand aanstellen om de opstart administratief te ondersteunen.
Focussen op zorgtaak
Ook op andere vlakken wordt het Leersteundecreet verder verfijnd. Zo wordt in het decreet opgenomen dat de ondersteuners alleen ingezet mogen worden om zorgnoden op te vangen. Het is de bedoeling dat zij zich op hun zorgtaak kunnen focussen. Daarnaast zullen de CLB’s leerlingen ook sneller toegang kunnen geven tot leersteun, met ook minder administratieve rompslomp en planlast voor de scholen.