Maatregelen in sport en hoger onderwijs om contacten terug te dringen

Vlaanderen gaat de sociale contacten drastisch terugdringen om de coronacurve te laten dalen tegen het moment waarop onze scholen terug de deuren openen. Voor de beleidsdomeinen van Vlaams minister van Onderwijs en Sport Ben Weyts betekent dit dat de universiteiten en hogescholen allemaal naar code rood gaan, met evenwel souplesse voor de eerstejaars. Sportbeoefening wordt tijdelijk aan banden gelegd voor iedereen boven de 12 jaar: wie ouder is, mag alleen nog outdoor sporten met maximaal 4 personen. “Het virus neemt een voorsprong: we moeten het gat nú dichtrijden”, zegt Weyts. “Vlamingen zijn flandriens: we kunnen ook bergop rijden, tegen de wind. Maar dit gaan we samen moeten doen, als één Vlaams peloton”. 

Het hoger onderwijs schakelt zo snel mogelijk en uiterlijk tegen de herfstvakantie van code oranje naar code rood. Concreet betekent dit dat er geschakeld wordt naar afstandsonderwijs. Practica worden opnieuw mogelijk vanaf donderdag 12 november. Universiteiten en hogescholen krijgen net als in code oranje ook de mogelijkheid om souplesse aan de dag te leggen voor eerstejaars. “Ik roep het hoger onderwijs op om een extra inspanning te doen voor deze kwetsbare groep”, zegt Weyts. “Zij zijn nog maar net terechtgekomen in een compleet nieuwe, anonieme wereld. Ze hebben nog geen studieroutine, geen sociaal netwerk, geen ervaring om op terug te vallen. Laat hen nu niet vereenzamen achter een scherm op kot of thuis”. 

Sportbeoefening wordt vanaf vrijdag 30 oktober aan banden gelegd voor iedereen boven de 12. Wie ouder is, mag niet meer indoor sporten. Je kan outdoor wel nog individueel sporten of met maximaal 4 personen. Alle fitnesscentra, zwembaden en bowlingbanen sluiten de deuren. Profcompetities kunnen doorgaan zonder publiek. Kinderen tot 12 jaar kunnen blijven sporten: ook contactsport, ook indoor, en ook in wedstrijdverband. Bij de -12-jarigen mag één ouder mee naar de sportclub en blijven kijken, maar die moet dan wel afstand bewaren en een mondmasker dragen. “We ontzien de jongste sporters”, zegt Weyts. “Zij zijn niet de motor van het virus, en ze hebben de meeste nood aan gezond sporten: voor hen kan er dus iets meer. Maar ook alle andere Vlamingen kunnen in de buitenlucht blijven sporten. Dat is vandaag belangrijker dan ooit, voor ons fysiek én mentaal welzijn in de strijd tegen dit virus”. 

Weyts: “We doen een serieuze inspanning in de vrijetijdsactiviteiten. Met oog voor de kwetsbaren, zoals de eerstejaars studenten en de kinderen. Het zal even doorbijten zijn, maar we kunnen dit”.