Als reactie op de schoolsluitingen vlak na de uitbraak van de coronacrisis werden in de zomer van 2020 meer dan 7.500 (vaak kwetsbare) jongeren bijgespijkerd in zomerscholen. Gedurende minimaal 10 dagen werd leerachterstand weggewerkt, in combinatie met spel, cultuur en sport. In de zomer van 2021 waren er zelfs meer dan 11.000 plaatsen beschikbaar in zomerscholen. Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts en Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers werkten vervolgens een decretaal kader uit om de zomerscholen structureel te verankeren in ons onderwijsaanbod, ook lang na de coronacrisis.
Positief geëvalueerd
Deze zomer kunnen opnieuw 11.321 leerlingen terecht in een van de zomerscholen die georganiseerd worden in 88 Vlaamse gemeenten en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het aantal plaatsen ligt dus op hetzelfde niveau als in 2021, ook al werd het huidige schooljaar niet meer gedomineerd door de coronacrisis. Vooral lokale besturen nemen een regierol op en werken samen met scholen, jeugdorganisaties, speelpleinwerkingen, buurverenigingen, sportclubs, bibliotheken, kunstacademies, … Veel organisatoren van vorige zomer zetten dit jaar opnieuw een project op, wat erop wijst dat ze de zomerschoolwerking positief evalueren.
Met voorsprong schooljaar beginnen
“Organisatoren van zomerscholen merken dat ze een belangrijk verschil maken. Zeker voor de meest kwetsbare kinderen”, zeggen de twee ministers. “Dankzij een zomerschool moeten kinderen in september niet met een achterstand beginnen aan het schooljaar. Integendeel, kinderen die zomerles volgen, beginnen met een voorsprong.”