Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister van Begroting en Financiën, Vlaamse Rand, Onroerend Erfgoed en Dierenwelzijn
Kruimelpad
Steeds meer meisjes in STEM-opleidingen
Steeds meer jongeren kiezen voor een opleiding techniek en wetenschappen en binnen de zogenaamde STEM-opleidingen blijft het aandeel meisjes groeien. Dat blijkt uit de nieuwe STEM-monitor, die de cijfers schetst van het schooljaar 2018-2019. De STEM-doelstellingen voor 2020 liggen nu binnen handbereik, maar we mogen nog niet op onze lauweren rusten. “Er is nog veel ruimte voor groei”, zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts. “We werken aan een nieuw STEM-actieplan voor de volgende 10 jaar. Daarin zal specifiek aandacht zijn voor nog meer ICT-meisjes”.
De Vlaamse kenniseconomie heeft arbeidskrachten nodig die beslagen zijn in exacte wetenschappen, technologie, techniek en wiskunde. Het is dan ook cruciaal dat genoeg jongeren hun weg vinden naar de zogenaamde STEM-opleidingen (Science, Technology, Engineering and Mathematics) en een loopbaan als ingenieur, laborante, technicus, wetenschapster, ICT-er, lasser, chemische procesoperator, elektricien, … De Vlaamse Regering houdt een vinger aan de pols met een jaarlijkse STEM-monitor.
Uit de nieuwe STEM-monitor blijkt nu dat steeds meer jongeren kiezen voor een opleiding techniek en wetenschappen en dat binnen de STEM-opleidingen het aandeel meisjes blijft groeien. De nieuwe cijfers slaan op schooljaar 2018-2019. STEM groeide vorig schooljaar in de 2de en 3de graad van het secundair onderwijs. Waar in het refertejaar 2010-2011 nog 23.758 jongeren in de 2de graad kozen voor een richting techniek of wetenschappen, ging het in 2018-2019 over 25.763 leerlingen. Dat waren 900 STEM-leerlingen meer dan in het schooljaar er vlak voor. Vooral het percentage meisjes valt op. Ten opzichte van 2010-2011 is hun aandeel toegenomen met 4 procentpunten. Het aantal STEM-meisjes in het eerste leerjaar van de 3de graad piekt op 51%.
Ook in het hoger onderwijs vinden studenten vlotter de weg naar technische, wetenschappelijke en wiskundige opleidingen. Ten opzichte van het academiejaar 2010-2011 is er een opmerkelijke stijging van het aandeel jongeren dat instroomt in STEM-studierichtingen. Het aandeel vrouwen neemt ook hier stapsgewijs en systematisch toe. In de academische bachelor is het aandeel STEM-vrouwen ondertussen meer dan 40%. Opmerkelijk is de stijging van het aantal meisjes die met een STEM-diploma het secundair onderwijs verlaten en daarna voor een STEM-opleiding in het hoger onderwijs kiezen.
De 5 doelstellingen die het STEM-platform naar voor geschoven had voor 2020 liggen nu binnen handbereik. De doelstellingen over de STEM-instroom bij de professionele bachelors en over het STEM-vrouwenaandeel bij de academische bachelors zijn zelfs nu al behaald.
Toch blijven er nog werkpunten bestaan. Het genderverschil blijft ondanks de positieve evoluties een realiteit. Er zijn ook verschillen tussen de onderwijsvormen in het secundair onderwijs. Zo stabiliseren de STEM-leerlingenaandelen in het eerste leerjaar van de 2de graad en het eerste leerjaar van de 3de graad in het TSO, net als in het eerste leerjaar van de 2de graad van het BSO. Zo blijft er bijvoorbeeld in de BSO-opleidingen ‘Bouw’, ‘Koeling en Warmte’, ‘Lassen-constructie’ en ‘Houtbewerking’ grote groeiopportuniteiten – zeker omdat deze profielen erg gegeerd zijn op de arbeidsmarkt.
De Vlaamse Regering werkt aan een nieuw STEM-actieplan voor de periode 2020-2030. Er wordt gemikt op een verdere groei van het STEM-onderwijs. Bijzondere aandacht zal gaan naar de doelgroepen zoals meisjes, waar nog veel ruimte is voor groei. Er zal ook ingezet worden op inhoudelijk-technische aspecten, zoals ICT.