Sportkompas wijst reeds 20.000 kinderen de weg naar hun sport

Basisscholen in Vlaanderen kunnen zich reeds enkele jaren inschrijven voor het Sportkompas, een wetenschappelijk onderbouwde oriëntatietool die kinderen uit het 3e en 4e leerjaar naar de sport wijst die het beste bij hen past. Reeds 20.000 kinderen oriënteerden zich via dit instrument naar een sport die ze graag doen en goed kunnen. “We willen dat kinderen al vroeg in contact komen met zoveel mogelijk sporten en beweegvormen, want nu is de keuze dikwijls beperkt tot de interesses van ouders of vriendjes”, zegt Vlaams minister van Sport en Onderwijs Ben Weyts. “Het Sportkompas helpt hen te ontdekken welke sport(en) ze graag doen, goed kunnen en dus het best bij hen past, zodat ze snel de smaak te pakken krijgen. De lokale besturen kunnen hen dan nog eens doorverwijzen naar de dichtstbijzijnde club in kwestie.”

Hoe jonger kinderen beginnen met sporten, hoe beter. Maar niet alle jongeren vinden snel de weg in het brede sportaanbod. Vaak bepalen de ouders of vriendjes of er gesport wordt en zo ja: welke sport er dan beoefend wordt. “Als Mozes niet naar de berg komt, dan brengen we de berg naar Mozes”, zegt Weyts. “We willen alle kinderen op weg zetten richting sport en bewegen.”

Sportkompas startte in het schooljaar 2016-2017 en werd vorig jaar een stuk uitgebreid. Weyts maakte daarvoor € 1,3 miljoen vrij. De sportverenigingen zien jonge sporters natuurlijk graag komen, zeker omdat de coronacrisis voor een terugval van het ledenaantal zorgde. Dankzij deze uitgereikte extra middelen kunnen de provinciale testteams van Sportwerk Vlaanderen vzw meer kinderen -tot wel 100.000- testen via het digitaal platform van SportaMundi vzw. De scholen en de lokale besturen worden zo volledig ontlast. Aan de hand van beweegoefeningen en op basis van wat het kind leuk vindt, wijst het Sportkompas de weg naar de juiste sport. Momenteel oriënteert het Sportkompas de kinderen al richting 43 sporten zoals voetbal, tennis en wielrennen, maar ook naar minder bekende sporten zoals roeien, schermen of klimmen. In de toekomst zal dit aanbod nog verder uitbreiden.

Wanneer we naar de I DO-top 3 kijken, dus naar de sporten die kinderen door hun motorische basisvaardigheden goed kunnen, staan gymnastiek en atletiek steevast in de top 3. Basketbal en voetbal wisselen elkaar jaar na jaar af om die top 3 te vervolledigen. Voetbal, tennis en tafeltennis zijn dan weer de sporten die terugkomen wanneer men peilt naar bewegingen die een kind leuk vindt.

“Als je op jonge leeftijd de juiste sport vindt, dan is de kans groot dat je ook lang blijft sporten”, zegt Weyts. “Dit is dus vooral een investering in de kinderen zelf. Maar ook de sportclubs gaan het effect hopelijk zien in hun ledenaantallen. En wie weet, misschien ontdekken we via het Sportkompas wel enkele toptalenten voor de toekomst.”