Alle studenten die starten vanaf academiejaar 2023-2024 zullen op het einde van hun tweede jaar geslaagd moeten zijn voor alle vakken uit hun eerste jaar. Als dat niet lukt, dan kunnen ze bij hun instelling niet opnieuw inschrijven voor dezelfde opleiding. Deze zogenaamde ‘knip’ moet een einde maken aan de situatie waarbij studenten sommige vakken maar blijven meesleuren, waardoor ze vaak niet eens afstuderen. Studenten zullen bovendien vaker een volwaardig lessenpakket (van circa 60 studiepunten) moeten opnemen. Bedoeling is om te vermijden dat studenten jaren blijven aanmodderen met telkens maar een licht pakket. Op dit moment neemt 12 procent van alle studenten minder dan 50 studiepunten op. Er blijft wel een uitzondering bestaan voor onder meer werkstudenten, studenten met een functiebeperking en studenten met een topsportstatuut. Op die manier blijft de flexibiliteit dus wel bestaan voor de doelgroepen waarvoor het oorspronkelijk bedoeld was.
Te veel verloren jaren
Meer een kwart van de studenten die zich inschreven aan een van onze hogescholen of universiteiten verlaat ons hoger onderwijs zonder een diploma te behalen. Slechts 1 op de 3 studenten (31,8 procent) behaalt een bachelorsdiploma binnen de vooropgestelde termijn van drie jaar. Alle anderen doen er langer over. Dat betekent dat er heel veel jaren verloren gaan: jaren waarin studenten veel investeren, en stuiten op frustratie of verdriet. Studenten blijven vakken soms jaren meesleuren, om uiteindelijk daardoor niet af te studeren. Zo levert het uiteindelijk niets op, behalve een gat in je CV waar werkgevers lastig over kunnen doen. “Er zit te veel vrijblijvendheid in het huidige systeem en daar betalen vooral de studenten zelf een hoge prijs voor”, zegt Weyts. “We moeten studenten meer structuur én meer begeleiding bieden.”
Meer kansen en meer begeleiding
Tegenover deze ‘knip’ na het tweede jaar hoger onderwijs staat dat het recht op studiebegeleiding nu echt verankerd wordt voor alle studenten. Zo krijgen alle studenten recht op een gesprek met een studie- of trajectbegeleider en het recht op nieuw studieadvies als ze bij hun eerste examenreeks heel slecht zouden presteren. Zo wordt er ook werk gemaakt van veel snellere heroriëntering, bijvoorbeeld al na een semester. “Studenten krijgen nog altijd meerdere kansen en ze zullen in de toekomst zelfs méér begeleiding krijgen dan vandaag”, zegt Weyts.
De instellingen van het hoger onderwijs zullen vanaf volgend academiejaar extra middelen krijgen om deze maatregelen te implementeren. Hogescholen en universiteiten kunnen zo bijvoorbeeld extra remediëring organiseren.