Leerkrachten bouwen tijdens hun loopbaan anciënniteit op en krijgen loonsverhogingen naar gelang hun jaren dienst. Tot voor kort bestond er echter een vreemde minimumleeftijd voor de eerste loonsverhoging die een leerkracht kon krijgen. Bachelors moesten minstens 22 jaar zijn voor hun eerste loonsverhoging en masters zelfs minstens 24 jaar. Maar jonge leerkrachten starten vaak al op 21 jaar (bachelors) of 23 jaar (masters). In de praktijk werken deze jonge starters dus een eerste jaar zonder opbouw van loonanciënniteit. De onderwijspartners spraken vorig jaar tijdens de onderhandelingen over de nieuwe Collectieve Arbeidsovereenkomst (cao) af om deze achterhaalde regel af te schaffen.
50 euro per maand
Dankzij de nieuwe cao krijgen nu 8.334 leerkrachten ongeveer een jaar vroeger hun eerste loonsverhoging, die kan oplopen tot ongeveer 50 euro netto per maand. De maatregel geldt natuurlijk ook voor alle leerkrachten die in de toekomst in het onderwijs stappen. Dit is een van verschillende maatregelen die moet helpen om meer jonge starters naar het onderwijs te lokken en om meer jonge starters in het onderwijs te houden.
Uitstroom neemt af
“Er is geen zilveren kogel die het lerarentekort meteen de wereld uithelpt en dus nemen we veel maatregelen op veel fronten”, zegt Weyts. “Te veel leerkrachten verlieten het onderwijs in hun eerste vijf jaar voor de klas. Die uitstroom begint nu af te nemen en we willen die nog verder doen afnemen. Onder meer door leerkrachten meteen anciënniteit te laten opbouwen en dus sneller die eerste loonsverhoging te bieden. Dat is ook een blijk van waardering.”