Concreet is het vanaf 2019 verboden om nog onverdoofd te slachten zoals dat vandaag nog massaal gebeurt. Zo geldt in heel Vlaanderen dan de verplichting om schapen, kleine herkauwers en pluimvee te slachten volgens de methode van de omkeerbare elektronarcose: een pijnloze techniek waarbij het verdoofde dier ongevoelig wordt voor pijn. Zodra die techniek ook op punt staat voor kalveren en runderen, wordt zij ook op deze dieren toegepast. Tot dan is de methode verplicht waarbij de verdoving meteen na de halssnede gebeurt (post-cut stunning).
De moed van een overtuiging
Sinds zijn aantreden als de eerste Vlaamse minister van Dierenwelzijn steekt Ben Weyts zijn nek uit in het dossier rond onverdoofd slachten. Niet lang na zijn eedaflegging maakte hij al een einde aan het onverdoofd slachten op tijdelijke slachtvloeren. Weyts werd toen getrakteerd op verwijten, juridische procedures en zelfs bedreigingen. Toch bleef hij pleiten voor een totaalverbod op onverdoofd slachten. "In een beschaafde samenleving is het onze verdomde plicht om dierenleed waar mogelijk te vermijden. Het is cruciaal dat dieren op een waardige manier aan hun einde kunnen komen. Onverdoofd slachten is echt niet meer van deze tijd", oordeelt Weyts.
Investeren in overleg loont
Vorig jaar gaf de minister dan de opdracht aan een onafhankelijke bemiddelaar, Piet Vanthemsche, om de verschillende geloofsgemeenschappen voor te bereiden op het einde van het onverdoofd slachten. Op basis van een rapport dat die bemiddelaar intussen afleverde, hebben de Vlaamse meerderheidspartijen nu beslist om samen werk te maken van een totaalverbod op onverdoofd slachten in Vlaanderen. Jelle Engelbosch, die het bewuste rapport in het Vlaams Parlement mee besprak, is verheugd over die doorbraak: “We hebben dit dossier niet roekeloos aangepakt, maar zijn blijven investeren in overleg. Het heeft inderdaad de nodige tijd en inspanningen gekost, maar dat loont: er is nu een politiek akkoord dat er een verbod komt op onverdoofd slachten binnen de twee jaar. Dat geeft alle betrokkenen ook ruim de kans om zich aan te passen aan die nieuwe realiteit.”