Volgens verschillende voorspellingen neemt het vrachtverkeer tegen 2030 toe met 50 procent. Onze nu al verzadigde wegen kunnen dat niet aan. Minister Weyts zet daarom stevig in op alternatieven voor wegtransport, zoals de binnenvaart én het spoor. Maar de discussie over de IJzeren Rijn-spoorverbinding met het Ruhrgebied wordt al lang verlamd door de tegenstelling tussen twee verschillende tracés. De resultaten van de nieuwe studie, die de haalbaarheid van een ‘derde weg’ bewijst – van Antwerpen via Mol en Hamont naar Roermond en Venlo en vervolgens de Duitse grens over tot in Viersen – kunnen de impasse doorbreken.
Lichtpunt in mobiliteitsdebat
De uiteindelijke kosten-batenanalyse zal trouwens nog gunstiger uitvallen voor het alternatieve tracé. De positieve gevolgen voor milieu en mobiliteit zijn immers nog niet meegenomen in de studie. “Een extra spoorverbinding met het Ruhrgebied zorgt voor minder vrachtwagens op onder andere de E17, de E19, de E313 en de E314”, besluit Weyts. “Dat is een belangrijk lichtpunt in de hele mobiliteitsdiscussie. We zetten alles op alles om vrachtwagens weg te halen van de weg. Samen met minister-president Geert Bourgeois neem ik nu het initiatief voor diplomatiek overleg dat de IJzeren Rijn definitief op de sporen moet zetten.”