Ben Weyts legt onder meer de decretale basis voor een eigen Vlaamse Dierenwelzijnsinspectie in de slachthuizen. Daarbij wordt zowel de externe controle – via externe dierenartsen - als de interne controle versterkt. Zo krijgt de ‘animal welfare officer’ (AWO), de functionaris die binnen een slachthuis toezicht houdt op het dierenwelzijn, in de nieuwe wet een soort van klokkenluidersstatuut. De AWO zal dus nooit gestraft kunnen worden wanneer hij dierenmishandeling aan het licht brengt.
Daarnaast wordt een verbod op stroomhalsbanden voorbereid, met uitzondering voor de professionele opleiding van honden of voor gedragstherapie. Maar omdat ‘gedragstherapeut’ geen geregeld beroep is, dient er eerst regelgeving uitgewerkt te worden vooraleer een verbod kan worden ingevoerd.
Het sluitstuk van het Vlaamse Dierenwelzijnsbeleid bestaat uit strengere straffen voor wie dieren ernstig verwaarloost of mishandelt. Zo worden de maximale straffen voor dierenbeulen in de nieuwe Dierenwelzijnswet verdrievoudigd van 6 tot 18 maanden, wat concreet betekent dat dierenbeulen nu een effectieve gevangenisstraf riskeren. Tegelijk werd de capaciteit van de Inspectiedienst Dierenwelzijn meer dan verdubbeld en hebben nu zowat elke politiezone en elk parket een verantwoordelijke voor Dierenwelzijn. Bovendien zullen álle kosten die gepaard gaan met de inbeslagname van dieren teruggevorderd kunnen worden bij de overtreder. “Op Vlaams niveau wordt inzake Dierenwelzijn een ambitieus beleid gevoerd”, zegt Weyts. “Dat vertalen we ook in de nieuwe en strengere regelgeving.”