Alleen al langs de gewestwegen investeert Weyts in meer dan 200 tracés, samen goed voor zo’n 830 kilometer fietsinfrastructuur. Daarbovenop gaat er geld naar fietsverbindingen op jaagpaden en naar de ondersteuning van fietsprojecten op lokale wegen. “Het gros van de fietspaden is in handen van lokale besturen”, verklaart de minister. “Ik besef dat het ook voor hen niet vanzelfsprekend is om in tijden van besparingen extra te investeren. Daarom geven wij als Vlaamse Regering alvast het goede voorbeeld.”
Focus op woon-werkverkeer
Het Fietsinvesteringsplan focust op het woon-werkverkeer en op investeringen die pendelaars aan het fietsen krijgen. De nadruk ligt onder meer op tachtig nieuwe fietssnelwegen en het wegwerken van ‘missing links’, die dikwijls het gevolg zijn van echte barrières zoals autosnelwegen. “Vlaanderen is nu al een fietsland in het weekend, maar nog niet tijdens de werkweek”, stelt de minister vast. “Ik wil pendelaars de mogelijkheden geven om ook van maandag tot vrijdag de auto wat vaker in te ruilen voor de fiets.”
Snelle en comfortabele verbindingen
Ook snelle en comfortabele verbindingen moeten fietsen aantrekkelijker maken. En daar is nog heel wat werk aan de winkel, blijkt uit een nieuwe analyse van de fietspaden langs gewestwegen. Zo scoorde in 2015 nog geen twee derde van de opgemeten fietspaden ‘uitstekend’ of ‘behoorlijk’ op de comfortparameter. Ten opzichte van het vorige meetjaar (2013) boekten alle provincies weliswaar vooruitgang, maar het cijfer blijft veel te laag. “We hebben nog een lange fietsweg te gaan”, besluit Weyts.
Het uitgebreide Fietsinvesteringsplan kan je hier consulteren.