Dergelijke fietsverbindingen kunnen er alleen maar komen, als ook de lokale besturen investeren in nieuwe fietsinfrastructuur. De Vlaamse overheid voorziet daarvoor elk jaar een subsidiepot van tien miljoen euro. Tot nu toe raakte die vaak niet opgesoupeerd, omdat gemeenten slechts tachtig procent van alle totale kosten konden recupereren via subsidies. Die drempel bleek in budgettair moeilijke tijden voor veel gemeenten nog te hoog.
Nieuwe subsidieregels
Voortaan kunnen de lokale besturen honderd procent subsidiëring krijgen voor de aanleg van bijvoorbeeld een fietsbrug of -tunnel op lokale wegen die een gewestweg kruisen. “Dat soort ‘missing links’ schrikt veel potentiële fietsers af”, weet Weyts. Bovendien komen meer verschillende fietsinvesteringen nu in aanmerking voor Vlaamse steun. Zo zullen gemeenten tweerichtingsfietspaden kunnen verbreden tot drie meter, waar de limiet voorheen op twee meter lag. Ook studie- en grondverwervingskosten zijn nu subsidieerbaar. “Veel projecten worden vandaag op de lange baan geschoven, omdat er een dure onteigening voor nodig is”, aldus Weyts.
Geen excuses meer
Dankzij de nieuwe subsidieregels moet ook het Fietsfonds voor de lokale besturen voortaan elk jaar helemaal benut worden. “Ik wil niet meer blijven zitten met dat geld”, besluit Weyts. “Gemeenten hebben nu geen enkel excuus meer om fietsinvesteringen uit te stellen.”