(c) iStock
Voor amateurisme is er in de kweek van dieren geen plaats meer. Minstens één vast personeelslid bij beroepskwekers, dierenhandelszaken, dierenasielen of dierenpensions zal een relevant diploma moeten kunnen voorleggen: een diploma dierenzorg, een bachelor agro- en biotechnologie (optie dierenzorg), een bachelor dierengeneeskunde, een getuigschrift asielmedewerker of gelijkgesteld diploma.
Sommige verkopers bieden dieren aan als ‘eigen kweek’, terwijl het eigenlijk gaat om dieren die vanuit verre oorden geïmporteerd werden – met alle risico’s vandien op het vlak van gezondheid en socialisatie. Bij ‘eigen kweek’ heeft de klant nu trouwens steeds het recht om het moederdier te zien.
Kwekers zullen hun dieren de nodige rust moeten gunnen. Dat willen zeggen: minder nesten per teefje of kattin per jaar. Er komt ook een maximum van zeven verschillende rassen per kweker. Alle dieren moeten uiteraard ook goed verzorgd worden. Per vijf volwassen honden of katten moeten kwekers het equivalent van 0,1 voltijdse medewerker aanwerven. Kwekers worden vanaf nu ook expliciet verplicht om het gebit van hun dieren goed te verzorgen en regelmatig te controleren. En de richtlijnen voor de dierenverblijven in kwekerijen worden aangescherpt. Zo wordt een professioneel brandalarmsysteem de norm in plaats van de uitzondering.
Weyts verdubbelt ook de quarantaineperiode voor honden en katten die afkomstig zijn van een andere kweker tot tien dagen, en verscherpt de wettelijke vereisten voor voldoende afwisseling en afleiding voor de dieren. Tenslotte wordt de speenleeftijd van honden en katten verhoogd tot respectievelijk acht en twaalf weken. Zolang die speenleeftijd niet bereikt is, mogen de dieren niet gescheiden worden van hun moeder.
Bovendien wordt het garantiecertificaat voor honden in overeenstemming gebracht met de consumentenwet en komen er strengere regels rond de informatieverstrekking (over voeding, huisvesting…) aan de klant, rond de dierenverblijven, de basisvaccinatie, de paardenasielen…
Er komen wel overgangstermijnen om kwekers, handelaars en asieluitbaters de tijd te geven om zich aan te passen aan de nieuwe voorschriften. Hoe dan ook zullen de diensten van de minister alles ter plaatse controleren. Bij ernstige of herhaalde overtredingen kan de Vlaamse minister van Dierenwelzijn de erkenning volledig intrekken.
