De Vlaamse Regering heeft de nieuwe beheersovereenkomst voor De Lijn goedgekeurd. Dat document vormt het stabiele kader voor de werking van de Vlaamse Vervoermaatschappij tussen 2017 en 2020. Het bedrijf wordt grondig gemoderniseerd om reizigers nog beter te kunnen bedienen. “De Lijn moet een sterk en efficiënt bedrijf zijn dat een breed publiek kan verleiden om de auto te laten staan”, verklaart minister Weyts.

Geen blind aanbod, maar focus op de reiziger

De nieuwe beheersovereenkomst vervangt het oude beleid van basismobiliteit definitief door het nieuwe van basisbereikbaarheid. “Daarbij wordt de behoefte van de reiziger als uitgangspunt genomen”, zegt Weyts. “Gedaan dus met een bushalte om de 750 meter, ongeacht de noodzaak daarvan.” Een andere opvallende nieuwigheid is de gegarandeerde dienstverlening. In moeilijke omstandigheden, zoals bij een staking, zal De Lijn zich zo organiseren dat de prioritaire lijnen toch maximaal bediend blijven. Dat zal gebeuren door het beschikbare personeel te heroriënteren naar die belangrijkste lijnen.

Met extra investeringen in moderne, aantrekkelijkere en groene bussen en trams wil Weyts De Lijn versneld laten evolueren naar een ecologisch bewuste dienstverlener zonder in te boeten op kwaliteit. Het verouderde materieel wordt versneld vervangen. Vanaf 2019 worden enkel nog groene hybride bussen besteld en tegen 2025 zal De Lijn enkel nog met elektrische bussen rijden in onze steden.

Makkelijker overschakelen tussen vervoersvormen

Met beter en meer toegankelijke bussen, trams en haltes kan De Lijn ook meer mindervalide personen verleiden. Er komen 'meer mobiele lijnen’, die een volledige toegankelijkheid garanderen voor zowel halte als voertuig op die lijnen. Op die lijnen moeten personen met een beperking dan ook niet meer vooraf reserveren. Vandaag moet dat nog 24 uur op voorhand.

Ticketintegratie zorgt ervoor dat reizigers makkelijker kunnen overschakelen tussen de verschillende vormen van openbaar vervoer. Zo komen de abonnementen van de vier verschillende vervoermaatschappijen - NMBS, De Lijn, TEC en MIVB - op één gezamenlijke MOBIB-kaart. Nu al staan alle 65+-abonnementen op die kaart en reizigers die hun Omnipas of Buzzy Pazz vernieuwen moeten tegen eind 2017 zijn overgeschakeld. Eind 2018 komen dan ook alle andere vervoersbewijzen op één kaart en wordt contactloos betalen mogelijk. Cash betalen op het voertuig zal niet meer mogelijk zijn tegen 2019.

De lokale besturen krijgen ook mee de ruimte om het mobiliteitsbeleid aan te sturen. Steden en gemeenten hebben heel wat kennis en kunde over de lokale vervoersvragen. Weyts wil die expertise nu benutten om het openbaar vervoer meer van onderuit op te bouwen.

Minder belastinggeld, meer investeringen

Door meer interne efficiëntie, de vraaggestuurde werking en een hogere kostendekkingsgraad kan de overheidsdotatie aan De Lijn verder dalen met 21 miljoen euro. Tegelijk is het aantal betalende reizigers en abonnementen met respectievelijk 2,5 en 3 procent gestegen ten opzichte van het laatste jaar. “Dat alles met rechtvaardige tarieven die tegen 2019 niet meer worden gewijzigd, louter geïndexeerd”, benadrukt de minister. Met een stijging van het investeringsbudget van 190 naar 230 miljoen euro stijgt ook dat naar een historisch hoog niveau. Tot slot worden al die wijzigingen permanent gemonitord, zodat er tijdig bijgestuurd kan worden, indien nodig. En ook hier is de reiziger het ijkpunt, waarbij minstens zeventig procent van de reizigers De Lijn een score van minstens zeven op tien moet geven.