
Onderzoeksbureau Ipsos bevroeg in 2024 tweeduizend Vlamingen naar hun mening over het dierenbeleid van de afgelopen tien jaar. Daaruit blijkt duidelijk dat de Vlaming zich steeds sterker betrokken voelt bij dierenwelzijn. In 2019 gaven de Vlamingen zichzelf bij een eerdere bevraging al een score van 8,3 op 10, in 2024 was dat 8,5 op 10.
Liefde, warmte en gezelligheid
Vrouwen, 50 tot 64-jarigen en mensen die dagelijks in contact komen met dieren, voelen zich het meest betrokken. 8 op de 10 Vlamingen vinden dat dieren liefde, warmte en gezelligheid brengen. Steeds meer mensen vinden dierenbescherming belangrijk: 59 procent was al voorstander in 2019, in 2024 steeg dat naar 61 procent. Ongeveer een Vlaming op drie – vooral jongeren en mensen uit de hogere (midden)klasse - doneert aan natuur- of dierenbeschermingsorganisaties.
Goede punten voor beleid
Eveneens opvallend: de Vlamingen geeft ook goede punten aan het dierenwelzijnsbeleid dat de voorbije jaren gevoerd werd. Dierenwelzijn is nog maar tien jaar een Vlaamse bevoegdheid, maar dat belette niet dat minister Weyts van meet af aan een kordaat en ambitieus beleid voerde. Zo ging het budget en het aantal inspecteurs fors de hoogte in, er kwamen veel strengere straffen voor dierenbeulen en Vlaanderen nam afscheid van heel wat achterhaalde praktijken. Dat beleid is de Vlaming niet ontgaan.
Dierenwelzijn nam toe
Zo schatten de mensen in dat het welzijn van de verschillende soorten dieren toenam in de voorbije vijf jaar. Dat gaat zowel over gezelschapsdieren (een stijging van 6,7 op 10 in 2019 naar 7,2 op 10 in 2024), de landbouwdieren (van 5,7 naar 6,8 op 10), de wilde dieren (van 6,3 naar 6,8 op 10) als de proefdieren (van 5,4 naar 5,9 op10). Bovendien schat de Vlaming in dat de Vlaamse overheid en Dierenwelzijn Vlaanderen een steeds grotere rol spelen voor het welzijn van al die verschillende diertypes.
Minder proefdieren
Het beleid dat minister Weyts in de komende jaren wil voeren krijgt dan ook steun. Zo zullen de controles van Dierenwelzijn Vlaanderen sterker toespitsen op grootschalige kwekers. Uit de bevraging blijkt dat slechts één op de vier Vlamingen gewonnen is voor grootschalige hondenkwekers. Tegelijk lijkt de gevoeligheid voor het gebruik van proefdieren af te nemen (van 27 procent in 2019 naar 20 procent in 2024). Dat kan ermee te maken hebben dat er de laatste jaren geïnvesteerd is in alternatieven voor dierproeven, waardoor het aantal dierproeven daalt. Minister Weyts wil in de komende jaren nog meer alternatieven en bepaalde dierproeven aan banden leggen.
Dierenwelzijn is geen bijgedachte meer
Ben Weyts reageert tevreden op de resultaten van de bevraging. "Dit doet deugd. Het Vlaamse dierenbeleid legde de voorbije tien jaar een hele weg af, maar er ligt nog werk op de plank. We weten nu dat de Vlaming wil dat we op dezelfde weg doorgaan. Onze Vlaamse samenleving is duidelijk geëvolueerd: dierenwelzijn is geen bijgedachte meer.”