Er beweegt veel in ons onderwijs, maar sommige evoluties bedreigen het streven naar excellentie. Zo was er onduidelijkheid ontstaan over het lot van gevorderde wiskunde in de tweede graad secundair, na de uitrol van de modernisering en de nieuwe minimumdoelen die versoberd moesten worden omdat het Grondwettelijk Hof oordeelde dat de eerdere eindtermen te uitgebreid waren. Na het invoeren van de programmatienorm bestond ook de vrees dat dit ten koste zou gaan van nieuwe studierichtingen Latijn of Grieks.
Gerichte maatregelen
Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts neemt nu een paar gerichte maatregelen die ervoor zorgen dat scholieren voldoende uitdaging én voldoende uitdagende opleidingen kunnen krijgen. Ten eerste vrijwaart Weyts de gevorderde wiskunde in de tweede graad algemeen secundair onderwijs. In nieuwe ‘curriculumdossiers’ is vastgelegd dat in de richtingen Latijn, Grieks-Latijn, Economie, Natuurwetenschappen en Technologische Wetenschappen in de 2de graad een zwaar pakket wiskunde met veel uren wiskunde mogelijk is. Dat is belangrijk voor de ongeveer 50.000 leerlingen in deze richtingen. Op die manier bereiden zij zich voor op zware wiskunde in de 3de graad en op opleidingen in het hoger onderwijs waar ze ook met zware wiskunde te maken zullen krijgen.
Extra ademruimte voor uitdagende opleidingen
Ten tweede geeft Weyts nu ook voorrang aan de opleidingen Klassieke Talen, die een uitzondering krijgen in de nieuwe programmatienorm. Als een school wil starten met een nieuwe richting Latijn of Grieks, dan krijgt men in plaats van twee nu drie schooljaren de tijd om minstens vijf leerlingen te verzamelen. Op deze manier krijgen de uitdagende opleidingen Klassieke Talen extra ademruimte. Weyts besliste eerder al om deze uitzondering ook te maken voor enkele opleidingen in het technisch en beroepsonderwijs, die voorbereiden op knelpuntberoepen.
Toppresteerders uitdagen
“Sommige mensen vinden het verdacht als je voluit de kaart trekt van je toppresteerders, maar ik vind het logisch”, zegt Weyts. “We moeten onze wiskundetalenten meer uitdagen, want zij zijn onder meer de ingenieurs van de toekomst. We moeten ook voorrang durven geven aan uitdagende opleidingen, zoals de richtingen met Grieks en Latijn”.