“Ik heb Oosterweel geërfd in 2014, op een moment dat niemand nog één cent gaf om het hele project”, benadrukt Weyts. “Stap voor stap hebben we het dossier verlost van de verschillende molenstenen om de nek.” Zo werden structurele bedreigingen voor de uitvoering afgewend. Het draagvlak voor het project werd ook vergroot met gerichte aanpassingen. En niet te vergeten: er kwam overleg met de burgerbewegingen, onder leiding van de intendant die de Vlaamse Regering speciaal voor dit project had aangesteld. Daaruit groeide het nodige vertrouwen om samen vooruit te kunnen gaan. Anders gezegd: het conflictmodel werd ingeruild voor een samenwerkingsmodel. “In het begin stonden we samen voor de rechtbank en nu kunnen we samen naar de werkbank trekken”, stelt Weyts.
Verlammende stilstand
Intussen drukt een nieuw jaarrapport van het Vlaams Verkeerscentrum ons nog maar eens met de neus op de feiten: de stilstand rond Antwerpen en Brussel verlamt mens, milieu en economie. Tijdens de avondspits zijn de ringwegen rond beide steden goed voor maar liefst 52 procent van alle files op onze Vlaamse wegen. Vorig jaar nam Antwerpen bovendien de fakkel over van Brussel als filehoofdstad van Vlaanderen: de filezwaarte steeg er met wel 22 procent. “Dat bedreigt de hele Vlaamse economie”, waarschuwt Weyts. “Na twintig jaar discussiëren en procederen moeten we nu gaan investeren om nieuw perspectief te creëren. Met dit Toekomstverbond bewijzen alle betrokkenen dat er in dit land wel nog grote infrastructuurprojecten tot stand kunnen komen. Dat geeft veel hoop voor andere grote projecten”, besluit de minister.