Tot nu toe betaalde Vlaanderen ‘slechts’ de helft van de kosten voor de trajectcontroles. Dat gaf in de praktijk vaak aanleiding tot lange en moeilijke onderhandelingen met lokale besturen en politiezones over de rest van de financiering en de precieze locatie. “De volledig Vlaamse financiering maakt het voor gemeentebesturen makkelijker om ‘ja’ te zeggen tegen trajectcontrole – en ook moeilijker om ‘nee’ te zeggen”, aldus Weyts.
“De nieuwe locaties zullen we kiezen op basis van de ongevallencijfers, zodat we gericht kunnen inzetten op de meest zwarte punten”, verklaart Weyts. De nieuwe maatregel moet een einde helpen maken aan de schande van de 400 verkeersdoden op één jaar tijd. De meeste van die dodelijke slachtoffers vallen verhoudingsgewijs nog altijd op gewestwegen.
Breed draagvlak
Trajectcontrole is succesvol. Op de E40 is het aantal ongevallen tussen Erpe-Mere en Wetteren bijvoorbeeld met 43 procent gedaald na de invoering van trajectcontrole. Bovendien blijkt uit onderzoek dat chauffeurs ook na het gecontroleerde traject trager blijven rijden. Er bestaat ook een breed draagvlak voor trajectcontroles. Je wordt immers niet ‘gepakt’ met een momentopname: alleen wie volgehouden over langere afstand te snel rijdt wordt bestraft.