Sinds zijn aantreden als de eerste Vlaamse minister voor Dierenwelzijn bouwt Ben Weyts het beleidsdomein uit tot een volwaardige bevoegdheid. Hij maakt nu ook werk van de oprichting van de eerste Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn. In dat adviesorgaan zijn alle belangengroepen vertegenwoordigd: van professionelen en dierenartsen tot consumenten en dierenbeschermers. “Ik wil evenwichtige adviezen, en dus heb ik gewaakt over een evenwichtige samenstelling”, zegt Weyts.
Ook dierenasielen en distributie mee aan boord
De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn verschilt op verschillende punten van de vroegere adviesraad op federaal niveau. In dat orgaan waren de dierenasielen bijvoorbeeld niet of nauwelijks vertegenwoordigd. In de Vlaamse Raad zal een asielvertegenwoordiger uit elk van de vijf provincies zitten. “De asielen doen belangrijk en broodnodig werk, ik wou hen absoluut aan boord”, aldus Weyts. Er werd ook goed gewaakt over de regionale spreiding. “Veel dossiers zijn streekgebonden”, zegt Weyts. “Zo zie je dat er in Limburg veel paarden worden opgevangen, in West-Vlaanderen is de problematiek rond runderen groter en de opvang van zwerfkatten is dan weer een thema in de verstedelijkte gebieden.”
Met handelsfederatie Comeos is ook de distributiesector voor het eerst vertegenwoordigd in de Raad voor Dierenwelzijn. Volgens Weyts heeft die sector bewezen een belangrijke rol te kunnen spelen. “Denk maar aan supermarktketens die geen kooi-eieren meer verkopen of geen vlees meer willen van chirurgisch gecastreerde varkens.”
De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn zal een belangrijke rol spelen in het uittekenen van het dierenwelzijnsbeleid. “De Raad wordt een absolute referentie in het debat”, besluit Weyts. “Ik kijk uit naar de constructieve samenwerking.”