Vlaanderen gaat voorop in de ontwikkeling en promotie van alternatieve methodes die dierproeven overbodig maken. “Er bestaan al heel wat interessante alternatieven, zoals in-vitrotesten en computermodellen”, verduidelijkt Weyts. “Maar vaak zijn onderzoekers niet op de hoogte van de specifieke alternatieve mogelijkheden. We gaan die versnipperde expertise nu bundelen en beschikbaar stellen voor alle onderzoekers in Europa.” Concreet trekt de minister 250.000 euro uit voor de oprichting van een Europees platform voor alternatieve onderzoeksmethodes. Het Europese referentielabo voor alternatieve methodes (EURL-ECVAM) en Nederland zullen alvast aansluiten bij het platform. En in de toekomst moeten nog meer Europese landen erbij betrokken worden.
Oogirritatietest
Weyts investeert ook gericht in de ontwikkeling van nieuwe alternatieve methodes. Zo gaat er 100.000 euro naar de ontwikkeling van een alternatief voor de oogirritatietest. Die is verplicht voor heel wat chemische producten, maar gaat vandaag gepaard met veel dierproeven. Elk jaar worden in de EU wel vijftig miljoen dieren aan zo’n test onderworpen. De Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) onderzoekt nu alternatieven die niet alleen de oogirritatietest overbodig maken, maar ook de kostprijs van chemische producten drukken.
Cofinanciering
In de toekomst wil Weyts de sectoren die gebruikmaken van dierproeven laten bijdragen tot nieuwe onderzoeksprogramma’s die het dierenleed verder verkleinen. Weyts is daarvoor in gesprek met de belangrijkste spelers in Vlaanderen: “Ik mik op cofinanciering met die sectoren, specifiek voor onderzoeken die vooral in Vlaanderen een impact hebben. Vroeger waren er alleen onderzoeken mét dierenleed, we zetten nu alles in op onderzoeken tégen dierenleed.”